Anthonis is in den haag voor zijn doop, en het feest op het buitenhof. De brief van de Um verbaast hem niet, wel van wie die geschreven is. Heer Casimir had nog nooit van gehoort.
Hij komt aan bij het gebouw en kijkt naar de solide houten deur. Met bravoera klopt hij aan.
klop klop klop
Hij komt aan bij het gebouw en kijkt naar de solide houten deur. Met bravoera klopt hij aan.
klop klop klop